Vietnam
Door: Peter
10 Mei 2017 | Indonesië, Makassar
Hoi allemaal,
Maandag 17 April kwam ik na een lange busreis vroeg in de ochtend aan in Hoi An. Een klein stadje in centraal Vietnam. Het is een gezellige stad waar je een hoop cultuur kunt vinden. Hoi An is een van de weinige steden die niet door de Amerikanen is gebombardeerd. Hierdoor staan er nog goed bewaarde oude gebouwen. Zoals de Japanse brug die hier erg bekend is. Als het donker word gaan overal in het centrum de lampionnen aan. Dit maakt het erg sfeervol en het is leuk om dan nog een keer door de stad te lopen. Dit is dan ook wat ik gedaan heb.
De volgende dag heb ik lekker een dagje aan het strand gelegen en een boekje gelezen. Savonds ben ik nog een keer naar de stad gegaan en heb ik daar wat rond gelopen. Donderdag 20 April ben ik naar My Son gegaan. Een tempel van ruim 1000 jaar oud. Helaas zijn veel van de gebouwen tijdens de oorlog gebombardeerd waardoor het niet meer zo mooi is als het ooit geweest zou moeten zijn. Maar nog steeds leuk om doorheen te lopen. Voor de volgende dag had ik een scooter gehuurd en ben ik vanuit Hoi An naar Hué gereden. Een route van ruim 120 kilometer. Met stops bij Marble Mountains en de hai van pass kwam ik zon 7 uur later veilig aan. Het was voor mij de eerste keer dat ik op zon ding reed dus de eerste paar minuten was even spannend, maar het bleek niet zo heel lastig te zijn. En nu heb ik eigenlijk een beetje spijt dat ik niet wat vaker een scootertje heb gehuurd. De eerste stop die ik maakte was Marble mountains. Waarbij onder andere grotten te zien zijn waar boeddhistische en hindoeïstische beelden uit de rotsen zijn gehakt. Ook staat er een tempel. Vanaf de top heb je een wijdsuitzicht over Danang, de zee en de overige rotsen van de Marble mountains. Vervolgens ben ik verder gereden. Ik miste de afslag die ik moest nemen, maar daardoor kwam ik wel bij een enorm groot budda beeld uit. Hiervandaan had je een mooi uitzicht over de baai. Toen ik hier op mijn telefoon keek zag ik dat ik de afslag had gemist dus reed ik dezelfde weg terug. Binnen een paar minuten zat ik weer op de goede weg. Nadat ik een stadje had gepasseerd kwam ik bij de hai van pass. Het mooiste gedeelte van deze route en ook de reden waarom ik een scooter had gehuurd. Bij een van de hoogste delen heb ik geluncht bij een restaurantje waar je een prachtig uitzicht had. Na de lunch heb ik de weg weg vervolgd en wilde ik naar the Elephant Pools. Het was bloedheet en hier kon ik even afkoelen. Het stond alleen niet duidelijk aangegeven waar ik de afslag moest nemen. Toen ik eindelijk door had dat ik te ver was gereden was ik al zo ver weg dat ik maar besloot gelijk door te rijden naar Hué. Savonds heb ik met een aantal kamergenoten deelgenomen aan de pubquiz. Deze hebben we overduidelijk niet gewonnen, maar het was een gezellige avond.
De volgende dag was het weer heet, zo'n 35 graden en benauwd. Ik kon me er niet toe aanzetten om iets te gaan ondernemen en heb maar een rustig dagje in het hostel gehad.
Een dag later, het is dan inmiddels 23 april, ben ik naar het citadel gegaan. Oftewel de verboden stad. Deze werd tot (ik geloof) 1968 gebruikt door de Keizer. Het is best een grote oppervlakte met veel lege ruimtes. Blijkbaar stonden er vroeger ruim 160 gebouwen, maar na de oorlog stonden er nog maar een aantal overeind. Hier heb ik een aantal uur rondgelopen en vervolgens ben ik een hapje gaan eten en heb ik de nachtbus naar Hanoi genomen.
Maandag 24 april kwam ik vroeg in de ochtend aan in Hanoi. Ik heb mijn spullen in het hostel achtergelaten en ben de stad gaan verkennen. Eerst heb ik een rondje door de binnenstad gelopen en ben ik naar de markt geweest. Vervolgens ben ik naar het mausoleum van Ho Chi Minh gegaan. Rond een uur of 11 zag ik hier de wisseling van de wacht. Ik wilde hierna naar de bijbehorende tempel gaan, maar deze blijkt op maandagen vanaf 11 uur gesloten te zijn. Hier in Hanoi kan je overigens goed zien dat men hier communistisch is. Er staat een groot beeld van Lenin in de stad en in het hostel hebben ze foto's van hem hangen.
De volgende dag moest ik vroeg opstaan. Ik had namelijk een tourtje geboekt naar Halong Bay. Het was een paar uur reizen om hier te komen dus we vertrokken al om 6.30u. Na een busrit, Ferry, nog een busrit en nog een Ferry kwamen we om 13.00u eindelijk aan op het eiland waar we zouden verblijven. Hier hebben we eerst geluncht en vervolgens konden we gaan tuben, rots klimmen en kajakken. Bij het tuben werd er een band achter een boot meegesleept. Hier lagen we met vier personen op. En ik kan je vertellen het is nog best lastig om erop te blijven liggen. Dat is mij dan ook niet gelukt. Savonds was het feestavond met wat spelletjes. Al met al een goede dag. De volgende dag gingen we om 10 uur cruisen. De omgeving is prachtig met de vele krijtrotsen die uit het water rijzen. Erg bijzonder om te zien. Onderweg hebben we ook nog anderhalf uur gekajakt en hebben we twee stops gemaakt om te zwemmen. Dat is ook wel nodige met de Vietnamese hitte. De volgende dag konden we in de ochtend nog even relaxen voor we weer terug naar Hanoi vertrokken. Hier kwamen we aan het eind van de middag aan.
Ik had de week een beetje volgepland, want de volgende dag, vrijdag 28 april, vertrok ik alweer richting Sapa. Dit is een plaatsje in het uiterste noorden van Vietnam en staat bekend om de prachtige rijstterrassen die ze hier hebben. Het was een busreis van zo'n 6 uur om hier vanaf Hanoi te komen. Ik kwam hier rond een uurtje of 2 aan. De rest van de middag had ik wat vrije tijd. Ik heb deze tijd maar gebruikt om op de lokale markt wat eten te halen. Verder viel er ook niet veel te doen, want het was zo mistig dat ik net 20 meter kon zien. Normaal hoort het hier erg mooi te zijn, maar daar kreeg ik dus niks van mee. De volgende dag begon ik aan een twee daagse hike die ik in het hostel had geboekt. Er bleek maar één andere gast te zijn die de tour ook voor deze dag had geboekt. Dit was Dion, een 45 jarige zuid Afrikaan. Een aardige gast die ook al veel had gereisd. Hier gingen de meeste van onze gesprekken dan ook over. Samen met Dion en onze gids Chin gingen we rond een uur of 9 van start. We werden eerst een aantal kilometer uit Sapa gereden voor de echte wandeling begon. In het begin zagen we nog steeds maar weinig vanwege de mist. Gelukkig liepen we wel omlaag waardoor we na een tijdje steeds meer konden zien. De omgeving is erg mooi, maar er is één maar. Het bleek helemaal nog geen rijstseizoen te zijn... in heel Vietnam had ik al rijstvelden gezien. Ik had er dan ook totaal geen rekening mee gehouden dat het in de winter te koud wordt om in de bergen rijst te laten groeien. Hierdoor wordt er in mei/juni pas gezaaid. Wel zag je dat men een begint om de terrassen in gereedheid te brengen. Zo zie je bijvoorbeeld dat ze de grond aan het ploegen zijn met buffels. Ondanks het gemis van de felgroene rijstvelden was het toch een erg mooi gebied. We liepen tussen de rijstterassen door (die nu dus niet mooi groen zijn, maar vol liggen met modder en onkruid), langs watervallen, en groene dalen. Genoeg andere dingen om naar te kijken dus. De dagen voor ik kwam had het flink geregend waardoor het op sommige stukken flink glad was geworden. Wij hadden het daar op sommige stukjes behoorlijk lastig mee terwijl je de locale bevolking er op hun gemak met slippers zag lopen. Ik snap niet hoe ze het doen.
Na 18 kilometer te hebben gelopen kwamen op het eindpunt van deze dag. Een leuke homestay waar we bij een familie in huis sliepen. Vanaf hun veranda heb je een ontzettend mooi uitzicht over een dal. Savonds aten we ook met de familie mee. Er was uitgebreid gekookt. Er waren zelfgemaakte loempia's, kip, rijst (uiteraard), iets van varkensvlees, bamboe en andere groenten. Het was zaterdagavond en de familie had wat vrienden uitgenodigd om te eten. Het was daarom gezellig druk aan tafel. Apart om te zien dat niet iedereen zomaar door elkaar heen zit, maar aan de ene kant van de tafel zitten de vrouwen en aan de andere kant de mannen. Toen het eten klaar was gingen de mannen ook niet gelijk eten. Ze gaan dan eerst wat praten en als het tijd is nemen ze een slok rijstwijn, eten ze één ding, gaan weer praten en herhaalt het proces zich opnieuw. En ik maar denken dat het een rustige avond zou worden. We kwamen er niet onderuit om ook een paar keer mee te moeten drinken, al dronken we een een stuk minder en aten we een stuk meer. Het was al een uurtje of 8 en na de wandeling hadden wij toch al behoorlijk honger gekregen. Na het eten moesten we ook nog meespelen met een lokaal drank spel. Dit wordt gespeeld met de bek van een kip. Degene met de bek moet iemand uitdagen en heeft vervolgens drie kansen om de bek recht te laten vallen. Valt de bek recht heeft hij gewonnen en moet de ander drinken. Valt de bek drie keer op zn kop dan heb je verloren en moet jezelf drinken. Grappig om te zien en de lokals gingen er helemaal in op, maar ik had al snel gezien dat je niet te veel wilt spelen. Helemaal omdat die rijstwijn best sterk is. Het kwam er daarom op neer dat 1 gast moest kotsen. Scheelt dat ze alleen een betonnenvloer hebben dus das makkelijk. Hij liep naar de muur, kotste daar en gooide een emmer water eroverheen zodat het zo naar buiten liep. Bah bah. Een andere gast moest eigenlijk naar huis maar viel buiten op de bank in slaap. Die hebben we daarom maar in een extra bed gelegd en ik voelde het de volgende ochtend ook wel een beetje. Helemaal omdat we een uur lang een berg op moesten lopen. Het was al snel behoorlijk warm dus eenmaal boven op de berg was het ergste er al uitgezweet. We hoefde deze dag ook maar 10 kilometer te lopen. Na nog anderhalf uur naar beneden te hebben gelopen zat het er alweer op. In het dorp waar we eindigde hebben we geluncht waarna we met een busje in een uurtje terug werden gereden naar Sapa. Hier konden we nog even douchen voor we vervolgens de bus om 4 uur weer terugnamen naar Hanoi. In Hanoi was het behoorlijk druk. Er werd namelijk bevrijdingsdag gevierd.
De volgende dag had ik maar eens een rustdag. Die kon ik wel gebruiken na de afgelopen week. Op dinsdag 2 mei was mijn laatste volle dag in Vietnam. Ik wilde eerst naar de pagode bij het Mausoleum. Deze had ik de vorige keer gemist, omdat die maandag middag gesloten is. Het bleek echter niet voor mij weggelegd, want eenmaal aangekomen bleek er iets speciaals aan de hand te zijn waardoor het hele gebied bij het mausoleum was afgesloten. Daarom ben ik maar naar het museum of literature geweest. Het gebouw werd vroeger tijdens het keizerrijk als school gebruikt. Smiddags ben ik nog naar de kao lao gevangenis geweest. De gevangenis is gebouwd door de Fransen en werd vooral gebruikt voor politieke gevangenen. Oftewel er zaten veel communisten vast. Later, tijdens de vietnamoorlog, werd de gevangenis gebruikt om Amerikaanse piloten vast te houden die waren neergestort. De laatste uurtjes van de dag gebruikte ik om mijn tassen in te pakken en heb ik nog een laatste Hanoi biertje op.
De volgende dag vertrok ik rond 9 uur naar het vliegveld. Mijn vliegtuig vertrok pas om 13.00u maar het is een uurtje rijden en ik had gehoord dat het soms zelfs wel twee uur kon duren als het verkeer vast staat. Better safe then sorry zullen we dan maar zeggen. Het verkeer bleek mee te vallen en ik was na 50 minuten al op het vliegveld. De connectie tussen Hanoi en Makassar (Zuid-Sulawesi) is erg slecht. Ik had daarom drie vluchten waarbij ik steeds mijn backpack moest ophalen en weer door de douane terug moest. Niet echt een aanrader. In KL was het ontzettend druk en vanaf het moment dat ik het vliegtuig verliet kostte het me bijna 3 uur om weer helemaal door de douane te komen. Zo is het niet zo moeilijk om een overstap van 5 uur vol te krijgen. Dit gehele proces moest ik in Jakarta ook weer herhalen. Gelukkig ging dit een stuk sneller dan in KL. Uiteindelijk kwam ik om 9 uur in het hostel in Makassar aan.
In het hostel heb ik een tourtje geboekt naar Tora Toranjo. Maar daarover later meer.
Groetjes,
Peter
Maandag 17 April kwam ik na een lange busreis vroeg in de ochtend aan in Hoi An. Een klein stadje in centraal Vietnam. Het is een gezellige stad waar je een hoop cultuur kunt vinden. Hoi An is een van de weinige steden die niet door de Amerikanen is gebombardeerd. Hierdoor staan er nog goed bewaarde oude gebouwen. Zoals de Japanse brug die hier erg bekend is. Als het donker word gaan overal in het centrum de lampionnen aan. Dit maakt het erg sfeervol en het is leuk om dan nog een keer door de stad te lopen. Dit is dan ook wat ik gedaan heb.
De volgende dag heb ik lekker een dagje aan het strand gelegen en een boekje gelezen. Savonds ben ik nog een keer naar de stad gegaan en heb ik daar wat rond gelopen. Donderdag 20 April ben ik naar My Son gegaan. Een tempel van ruim 1000 jaar oud. Helaas zijn veel van de gebouwen tijdens de oorlog gebombardeerd waardoor het niet meer zo mooi is als het ooit geweest zou moeten zijn. Maar nog steeds leuk om doorheen te lopen. Voor de volgende dag had ik een scooter gehuurd en ben ik vanuit Hoi An naar Hué gereden. Een route van ruim 120 kilometer. Met stops bij Marble Mountains en de hai van pass kwam ik zon 7 uur later veilig aan. Het was voor mij de eerste keer dat ik op zon ding reed dus de eerste paar minuten was even spannend, maar het bleek niet zo heel lastig te zijn. En nu heb ik eigenlijk een beetje spijt dat ik niet wat vaker een scootertje heb gehuurd. De eerste stop die ik maakte was Marble mountains. Waarbij onder andere grotten te zien zijn waar boeddhistische en hindoeïstische beelden uit de rotsen zijn gehakt. Ook staat er een tempel. Vanaf de top heb je een wijdsuitzicht over Danang, de zee en de overige rotsen van de Marble mountains. Vervolgens ben ik verder gereden. Ik miste de afslag die ik moest nemen, maar daardoor kwam ik wel bij een enorm groot budda beeld uit. Hiervandaan had je een mooi uitzicht over de baai. Toen ik hier op mijn telefoon keek zag ik dat ik de afslag had gemist dus reed ik dezelfde weg terug. Binnen een paar minuten zat ik weer op de goede weg. Nadat ik een stadje had gepasseerd kwam ik bij de hai van pass. Het mooiste gedeelte van deze route en ook de reden waarom ik een scooter had gehuurd. Bij een van de hoogste delen heb ik geluncht bij een restaurantje waar je een prachtig uitzicht had. Na de lunch heb ik de weg weg vervolgd en wilde ik naar the Elephant Pools. Het was bloedheet en hier kon ik even afkoelen. Het stond alleen niet duidelijk aangegeven waar ik de afslag moest nemen. Toen ik eindelijk door had dat ik te ver was gereden was ik al zo ver weg dat ik maar besloot gelijk door te rijden naar Hué. Savonds heb ik met een aantal kamergenoten deelgenomen aan de pubquiz. Deze hebben we overduidelijk niet gewonnen, maar het was een gezellige avond.
De volgende dag was het weer heet, zo'n 35 graden en benauwd. Ik kon me er niet toe aanzetten om iets te gaan ondernemen en heb maar een rustig dagje in het hostel gehad.
Een dag later, het is dan inmiddels 23 april, ben ik naar het citadel gegaan. Oftewel de verboden stad. Deze werd tot (ik geloof) 1968 gebruikt door de Keizer. Het is best een grote oppervlakte met veel lege ruimtes. Blijkbaar stonden er vroeger ruim 160 gebouwen, maar na de oorlog stonden er nog maar een aantal overeind. Hier heb ik een aantal uur rondgelopen en vervolgens ben ik een hapje gaan eten en heb ik de nachtbus naar Hanoi genomen.
Maandag 24 april kwam ik vroeg in de ochtend aan in Hanoi. Ik heb mijn spullen in het hostel achtergelaten en ben de stad gaan verkennen. Eerst heb ik een rondje door de binnenstad gelopen en ben ik naar de markt geweest. Vervolgens ben ik naar het mausoleum van Ho Chi Minh gegaan. Rond een uur of 11 zag ik hier de wisseling van de wacht. Ik wilde hierna naar de bijbehorende tempel gaan, maar deze blijkt op maandagen vanaf 11 uur gesloten te zijn. Hier in Hanoi kan je overigens goed zien dat men hier communistisch is. Er staat een groot beeld van Lenin in de stad en in het hostel hebben ze foto's van hem hangen.
De volgende dag moest ik vroeg opstaan. Ik had namelijk een tourtje geboekt naar Halong Bay. Het was een paar uur reizen om hier te komen dus we vertrokken al om 6.30u. Na een busrit, Ferry, nog een busrit en nog een Ferry kwamen we om 13.00u eindelijk aan op het eiland waar we zouden verblijven. Hier hebben we eerst geluncht en vervolgens konden we gaan tuben, rots klimmen en kajakken. Bij het tuben werd er een band achter een boot meegesleept. Hier lagen we met vier personen op. En ik kan je vertellen het is nog best lastig om erop te blijven liggen. Dat is mij dan ook niet gelukt. Savonds was het feestavond met wat spelletjes. Al met al een goede dag. De volgende dag gingen we om 10 uur cruisen. De omgeving is prachtig met de vele krijtrotsen die uit het water rijzen. Erg bijzonder om te zien. Onderweg hebben we ook nog anderhalf uur gekajakt en hebben we twee stops gemaakt om te zwemmen. Dat is ook wel nodige met de Vietnamese hitte. De volgende dag konden we in de ochtend nog even relaxen voor we weer terug naar Hanoi vertrokken. Hier kwamen we aan het eind van de middag aan.
Ik had de week een beetje volgepland, want de volgende dag, vrijdag 28 april, vertrok ik alweer richting Sapa. Dit is een plaatsje in het uiterste noorden van Vietnam en staat bekend om de prachtige rijstterrassen die ze hier hebben. Het was een busreis van zo'n 6 uur om hier vanaf Hanoi te komen. Ik kwam hier rond een uurtje of 2 aan. De rest van de middag had ik wat vrije tijd. Ik heb deze tijd maar gebruikt om op de lokale markt wat eten te halen. Verder viel er ook niet veel te doen, want het was zo mistig dat ik net 20 meter kon zien. Normaal hoort het hier erg mooi te zijn, maar daar kreeg ik dus niks van mee. De volgende dag begon ik aan een twee daagse hike die ik in het hostel had geboekt. Er bleek maar één andere gast te zijn die de tour ook voor deze dag had geboekt. Dit was Dion, een 45 jarige zuid Afrikaan. Een aardige gast die ook al veel had gereisd. Hier gingen de meeste van onze gesprekken dan ook over. Samen met Dion en onze gids Chin gingen we rond een uur of 9 van start. We werden eerst een aantal kilometer uit Sapa gereden voor de echte wandeling begon. In het begin zagen we nog steeds maar weinig vanwege de mist. Gelukkig liepen we wel omlaag waardoor we na een tijdje steeds meer konden zien. De omgeving is erg mooi, maar er is één maar. Het bleek helemaal nog geen rijstseizoen te zijn... in heel Vietnam had ik al rijstvelden gezien. Ik had er dan ook totaal geen rekening mee gehouden dat het in de winter te koud wordt om in de bergen rijst te laten groeien. Hierdoor wordt er in mei/juni pas gezaaid. Wel zag je dat men een begint om de terrassen in gereedheid te brengen. Zo zie je bijvoorbeeld dat ze de grond aan het ploegen zijn met buffels. Ondanks het gemis van de felgroene rijstvelden was het toch een erg mooi gebied. We liepen tussen de rijstterassen door (die nu dus niet mooi groen zijn, maar vol liggen met modder en onkruid), langs watervallen, en groene dalen. Genoeg andere dingen om naar te kijken dus. De dagen voor ik kwam had het flink geregend waardoor het op sommige stukken flink glad was geworden. Wij hadden het daar op sommige stukjes behoorlijk lastig mee terwijl je de locale bevolking er op hun gemak met slippers zag lopen. Ik snap niet hoe ze het doen.
Na 18 kilometer te hebben gelopen kwamen op het eindpunt van deze dag. Een leuke homestay waar we bij een familie in huis sliepen. Vanaf hun veranda heb je een ontzettend mooi uitzicht over een dal. Savonds aten we ook met de familie mee. Er was uitgebreid gekookt. Er waren zelfgemaakte loempia's, kip, rijst (uiteraard), iets van varkensvlees, bamboe en andere groenten. Het was zaterdagavond en de familie had wat vrienden uitgenodigd om te eten. Het was daarom gezellig druk aan tafel. Apart om te zien dat niet iedereen zomaar door elkaar heen zit, maar aan de ene kant van de tafel zitten de vrouwen en aan de andere kant de mannen. Toen het eten klaar was gingen de mannen ook niet gelijk eten. Ze gaan dan eerst wat praten en als het tijd is nemen ze een slok rijstwijn, eten ze één ding, gaan weer praten en herhaalt het proces zich opnieuw. En ik maar denken dat het een rustige avond zou worden. We kwamen er niet onderuit om ook een paar keer mee te moeten drinken, al dronken we een een stuk minder en aten we een stuk meer. Het was al een uurtje of 8 en na de wandeling hadden wij toch al behoorlijk honger gekregen. Na het eten moesten we ook nog meespelen met een lokaal drank spel. Dit wordt gespeeld met de bek van een kip. Degene met de bek moet iemand uitdagen en heeft vervolgens drie kansen om de bek recht te laten vallen. Valt de bek recht heeft hij gewonnen en moet de ander drinken. Valt de bek drie keer op zn kop dan heb je verloren en moet jezelf drinken. Grappig om te zien en de lokals gingen er helemaal in op, maar ik had al snel gezien dat je niet te veel wilt spelen. Helemaal omdat die rijstwijn best sterk is. Het kwam er daarom op neer dat 1 gast moest kotsen. Scheelt dat ze alleen een betonnenvloer hebben dus das makkelijk. Hij liep naar de muur, kotste daar en gooide een emmer water eroverheen zodat het zo naar buiten liep. Bah bah. Een andere gast moest eigenlijk naar huis maar viel buiten op de bank in slaap. Die hebben we daarom maar in een extra bed gelegd en ik voelde het de volgende ochtend ook wel een beetje. Helemaal omdat we een uur lang een berg op moesten lopen. Het was al snel behoorlijk warm dus eenmaal boven op de berg was het ergste er al uitgezweet. We hoefde deze dag ook maar 10 kilometer te lopen. Na nog anderhalf uur naar beneden te hebben gelopen zat het er alweer op. In het dorp waar we eindigde hebben we geluncht waarna we met een busje in een uurtje terug werden gereden naar Sapa. Hier konden we nog even douchen voor we vervolgens de bus om 4 uur weer terugnamen naar Hanoi. In Hanoi was het behoorlijk druk. Er werd namelijk bevrijdingsdag gevierd.
De volgende dag had ik maar eens een rustdag. Die kon ik wel gebruiken na de afgelopen week. Op dinsdag 2 mei was mijn laatste volle dag in Vietnam. Ik wilde eerst naar de pagode bij het Mausoleum. Deze had ik de vorige keer gemist, omdat die maandag middag gesloten is. Het bleek echter niet voor mij weggelegd, want eenmaal aangekomen bleek er iets speciaals aan de hand te zijn waardoor het hele gebied bij het mausoleum was afgesloten. Daarom ben ik maar naar het museum of literature geweest. Het gebouw werd vroeger tijdens het keizerrijk als school gebruikt. Smiddags ben ik nog naar de kao lao gevangenis geweest. De gevangenis is gebouwd door de Fransen en werd vooral gebruikt voor politieke gevangenen. Oftewel er zaten veel communisten vast. Later, tijdens de vietnamoorlog, werd de gevangenis gebruikt om Amerikaanse piloten vast te houden die waren neergestort. De laatste uurtjes van de dag gebruikte ik om mijn tassen in te pakken en heb ik nog een laatste Hanoi biertje op.
De volgende dag vertrok ik rond 9 uur naar het vliegveld. Mijn vliegtuig vertrok pas om 13.00u maar het is een uurtje rijden en ik had gehoord dat het soms zelfs wel twee uur kon duren als het verkeer vast staat. Better safe then sorry zullen we dan maar zeggen. Het verkeer bleek mee te vallen en ik was na 50 minuten al op het vliegveld. De connectie tussen Hanoi en Makassar (Zuid-Sulawesi) is erg slecht. Ik had daarom drie vluchten waarbij ik steeds mijn backpack moest ophalen en weer door de douane terug moest. Niet echt een aanrader. In KL was het ontzettend druk en vanaf het moment dat ik het vliegtuig verliet kostte het me bijna 3 uur om weer helemaal door de douane te komen. Zo is het niet zo moeilijk om een overstap van 5 uur vol te krijgen. Dit gehele proces moest ik in Jakarta ook weer herhalen. Gelukkig ging dit een stuk sneller dan in KL. Uiteindelijk kwam ik om 9 uur in het hostel in Makassar aan.
In het hostel heb ik een tourtje geboekt naar Tora Toranjo. Maar daarover later meer.
Groetjes,
Peter
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley